Werkspoorhallen

De Werkspoorhallen werden ontworpen door de bedrijfsingenieur van Werkspoor G.J.Langhout ( de opvolger van van Gendt als bedrijfsarchitect ). De specifieke functie van deze hallen is de fabricage van scheepsdieselmotoren. Het zijn de enige overgebleven fabriekshallen uit de 20e eeuw op Oostenburg en vormen het sluitstuk van 400 jaar oude industriële geschiedenis op dit stukje Amsterdamse binnenstad. De hallen lijken ogenschijnlijk niet bijzonder, Titus Dekker ontdekte dat achter de moderne metalen gevelprofielen karakteristieke monumenten schuilen. Tijdens een succesvolle actie om de naburige Van Gendthallen te behouden, stuitte Dekker op tekeningen van de Werkspoorhallen waarop de oorspronkelijke architectuur van de hallen zichtbaar was. Voormalig gebruiker Stork-Wärtsilä had die in 1992 met metalen gevelprofielen bekleed om het terrein een moderner uiterlijk te geven. De Commissie Welstand en Monumenten concludeerde in 2014 dat achter het metalen jasje inderdaad monumenten uit de jaren dertig schuilen. De hallen zijn bijzonder vanwege de bouwstijl en het plofdak: in geval van een explosie blijven de muren staan. De bouwstijl van de Werkspoorhallen, de zogenaamde Nieuwe Zakelijkheid, kenmerkt zich door een stalen constructie met baksteen.
Op 5 januari 2016 heeft de Bestuurscommissie Binnenstad besloten alleen de oudste Werkspoorhal uit 1929 als gemeentelijk monument te waarderen. Woningcoöperatie Stadgenoot, eigenaar van de Werkspoorhallen, heeft de hal uit 1939 ten behoeve van woningbouw in 2017 laten slopen.

4 eeuwen industrieelerfgoed (pdf)
interview AT5
Besluit Werkspoorhallen op Oostenburg, een van de twee blijft behouden